Kruidengeneeskunde, ook wel phytotherapie, (‘behandeling met planten’) genoemd, is het behandelen van gezondheidsklachten en ziekten met plantaardige middelen. phytotherapie wordt vaak ten onrechte aangeduid met de term homeopathie.
In de kruidengeneeskunde gebruikte plantaardige middelen noemt men kruidengeneesmiddelen of phytotherapeutica. De definitie van de Nederlandse Vereniging voor phytotherapie luidt: “Geneesmiddelen die als actieve ingrediënten uitsluitend planten, delen van planten of plantenmaterialen of combinaties daarvan bevatten, in ruwe of bewerkte staat
Een algemeen aanvaarde definitie van phytotherapeutica luidt:
“Geneesmiddelen die als actieve ingrediënten uitsluitend planten,
delen van planten of plantenmaterialen of combinaties daarvan bevatten, in ruwe of bewerkte staat.” Tot voor kort waren heel wat kruidenmiddelen nog onvoldoende in kaart gebracht; de laatste decennia worden deze systematisch geëvalueerd op hun positieve of negatieve medische
effecten en veiligheid. Het is verstandig om de doseringen te kennen en de manier waarop wij geneeskrachtige kruiden toedienen. Onze kennis van de kruidengeneeskunde en de heilzame toepassingsmogelijkheden is naar een succesvolle afronding meer dan uitstekend geslaagd.
Soorten phytotherapie:
Er bestaan twee vormen van phytotherapie: de reguliere en complementaire vorm.
- Reguliere phytotherapie: Bij deze vorm wordt gebruikgemaakt van onderdelen van planten waarvan de reguliere geneeskunde de werking erkent, zoals Ginkgo Biloba. Gingko is een geregistreerd geneesmiddel dat wordt gebruikt om de bloeddoorstroming bij etalagebenen te stimuleren.
- Complementaire phytotherapie: Dit zijn tabletten, crèmes en oogdruppels die bestaan uit onverdunde extracten van planten.